Data Center

Infrastructure, Servers, Network, Storage

Harde schijven en SSD’s, drie hardnekkige mythes

mei 13, 2024 | Data Center NL, Expert Mening | 0 comments

Harde schijven blijven essentiële media voor gegevensopslag, zegt Vincent Oostlander, Director EMEA Solutions Sales, Seagate. En hij ontkracht drie mythes.

“Harde schijven zijn verleden tijd”, “all-flash, de enige oplossing voor het datacenter van morgen”… “. Dit zijn voorbeelden van voorspellingen die al meer dan tien jaar worden gedaan door voorstanders van flashtechnologie, maar die nog steeds niet zijn uitgekomen,” zegt Vincent Oostlander, Director EMEA Solutions Sales, Seagate.

Het valt niet te ontkennen dat flash-opslag bijzonder geschikt is voor toepassingen die hoge prestaties en hoge snelheden vereisen. Tegelijkertijd neemt de verkoop van flashapparaten en all-flash arrays toe. Maar dit gaat niet ten koste van harde schijven.

Met de opkomst van de cloud en AI zien we dat ook datacenterbeheerders niet meer zonder harde schijven kunnen, die wereldwijd het grootste deel van de Eo (exabytes) opslaan. Bovendien verwachten analisten dat het belang van harde schijven zal blijven groeien. In het veld is er ook geen sprake van een exclusieve keuze: harde schijven en flash-apparaten hebben altijd in volledige synergie gewerkt in datacenters.

Het is duidelijk dat harde schijven essentiële media voor gegevensopslag zullen blijven.

Mythe 1: SSD’s zijn bijna net zo duur als harde schijven

Vergeleken met SSD’s bieden harde schijven een duidelijk kostenvoordeel per TB (terabyte) en daarom blijven ze de hoeksteen van de opslag in datacenters. Onderzoeken van IDC, TRENDFOCUS en Forward bevestigen ook dat HDD’s de meest kosteneffectieve oplossing blijven voor de meeste zakelijke taken.

Het prijsverschil per TB tussen SSD’s en zakelijke HDD’s zal naar verwachting ongeveer 6:1 blijven tot ten minste 2027. Het verschil is het grootst in datacenters, waar niet alleen de aanschafkosten van apparatuur, maar ook de prijs van energie, netwerkverbindingen en rekenkracht zwaarder wegen dan de totale eigendomskosten van harde schijven.

Mythe nr. 2: NAND-geheugens kunnen het totale volume van harde schijven vervangen

Het idee dat de NAND-geheugensector het totale volume aan harde schijven kan vervangen is niet alleen optimistisch, maar ook eenvoudigweg onmogelijk vanuit financieel en logistiek oogpunt. Volgens het NAND Market Monitor-rapport dat in het vierde kwartaal van 2023 werd gepubliceerd, zal de NAND-sector als geheel tussen 2015 en 2023 3,1 Zb (zeta-bytes) aan gegevens produceren en daarvoor maar liefst 208 miljard dollar aan CapEx moeten investeren – ongeveer 47% van de totale gegenereerde omzet.

Ter vergelijking: de harddisksector dekt het overgrote deel (90%) van de opslagbehoeften van datacenters op een economisch efficiënte manier. Als we de productie van NAND-bytes vergelijken met de HDD-sector (gebaseerd op Seagate-technologie), blijkt dat HDD’s gewoon veel efficiënter zijn als het gaat om het leveren van Zo aan datacenters.

Kan de flash-industrie tegen 2028 de productie van harde schijven volledig vervangen? Uit een rapport van Yole Intelligence blijkt dat de NAND-sector tussen 2025 en 2027 ongeveer 73 miljard dollar zal investeren. Geschat wordt dat hiermee 963 Eo geproduceerd kan worden, in dit geval professionele SSD’s en andere NAND-producten voor tablets en telefoons. Dit vertegenwoordigt een investering van ongeveer 76 dollar per TB flash-opslagcapaciteit. Als we dezelfde financiële kosten per bit hanteren, zouden we maar liefst 206 miljard dollar extra moeten investeren om de 2,723 Zb aan harde schijfcapaciteit te bereiken die naar verwachting in 2027 op de markt zal zijn. Dit komt neer op een totaal van bijna 279 miljard aan investeringen voor een totale doelmarkt van ongeveer 25 miljard. Met andere woorden, een verlies van 10:1. Een dergelijke investering lijkt onwaarschijnlijk voor een sector met onzekere inkomsten.

Mythe nr. 3: alleen all-flash arrays voldoen aan de prestatie-eisen van de huidige verwerkingstaken

De opslaginfrastructuur van bedrijven bestaat over het algemeen uit een cocktail van mediatypen. Het doel is om de kosten en de capaciteits- en prestatievereisten voor verwerkingsopdrachten te optimaliseren. Leveranciers van flashoplossingen adviseren bedrijven om te “vereenvoudigen” en “zich voor te bereiden op de uitdagingen van de toekomst” door te kiezen voor flashapparaten met hoge prestaties. Anders, zo beweren ze, lopen bedrijven het risico dat ze niet meer kunnen voldoen aan de hoge prestatie-eisen van de huidige verwerkingsbelasting.

Er zijn drie redenen waarom deze logica nergens op slaat. Ten eerste heeft de overgrote meerderheid van de huidige verwerkingsprocessen geen behoefte aan de prestatievoordelen van flash. De meeste gegevens worden opgeslagen in de cloud en in grote datacenters. In deze omgevingen heeft slechts een klein deel van de verwerkingsbelastingen een substantieel percentage aan prestaties nodig. Volgens IDC is dit de reden waarom harde schijven de afgelopen vijf jaar bijna 90% van de opslag voor hun rekening namen bij cloud service providers en in hyperscale datacenters. In sommige gevallen is het niet eens nodig om all-flash systemen op te nemen in het aanbod van high-performance oplossingen. Er bestaan hybride opslagsystemen die net zo goed of zelfs sneller werken dan all-flash.

De tweede reden is dat datacenters, zoals we al hebben aangegeven, moeten nadenken over hun TCO wanneer ze beslissingen nemen over infrastructuur. Er moet een balans worden gevonden tussen kosten enerzijds en capaciteit en prestaties anderzijds. Met andere woorden, ze moeten kiezen voor het meest kosteneffectieve medium, gebaseerd op de eisen van hun verwerkingsworkloads. HDD’s en hybride arrays (een combinatie van HDD’s en SSD’s) bieden de beste oplossing voor de meeste bedrijfs- en cloudopslag.

Tot slot zijn voorstanders van flash overhaast als ze beweren dat een volledig flash-array eenvoudiger is in een meerlaagse architectuur dan een combinatie van verschillende mediatypen. Veel hybride opslagsystemen maken gebruik van een bewezen softwaregedefinieerde architectuur die de sterke punten van verschillende mediatypen naadloos integreert en combineert in enkele eenheden. Schaalbare private of publieke cloud datacenter architecturen maken gebruik van bestandssystemen of softwaregedefinieerde opslag om werklasten voor het verwerken van gegevensopslag te beheren op verschillende locaties en in verschillende regio’s. AFA (All-Flash Arrays) en SSD-oplossingen zijn bij uitstek geschikt voor krachtige, leesintensieve verwerkingsbelastingen. Maar het is een vergissing om specifieke scenario’s of kleinschalige implementaties te generaliseren naar de hele markt en naar de hyperscale context waar AFA’s een dure en onnodige manier zijn om te doen wat HDD’s al doen voor een veel lagere TCO.

Kortom, het is gemakkelijk om de drie genoemde mythes te deconstrueren. We kunnen daarom met zekerheid stellen dat harde schijven in de nabije toekomst de overgrote meerderheid van alle gegevens ter wereld zullen blijven opslaan!