VMware moet een Nederlandse overheid ondersteunen terwijl het van het platform migreert

Een Nederlandse rechtbank heeft VMware bevolen om ondersteuning te bieden aan een Nederlandse overheid terwijl deze migreert naar een andere technologie. Dit is een klap voor Broadcom, het moederbedrijf van VMware.

“Schending zorgplicht”. Een Nederlandse voorzieningenrechter heeft zojuist de praktijken van Broadcom met VMware in nogal onvriendelijke bewoordingen veroordeeld. De zaak gaat over RWS (Rijkswaterstaat), de overheid die verantwoordelijk is voor het beheer van de ontwikkeling van nationale wegen, waterwegen en watermanagementstructuren (tunnels, sluizen en bruggen), een zeer kritisch gebied in Nederland.

De rechter oordeelde dat het overheidsbedrijf niet verstoken mag blijven van onderhoud, patches en upgrades als gevolg van Broadcom nieuwe licentiemodel voor tenminste twee jaar, op straffe van dwangsommen die kunnen oplopen tot 25 miljoen euro.

Een moeilijke wijziging in het prijsbeleid

RWS is een essentieel onderdeel van de nationale infrastructuur. Haar CEO, Martin Wijnen, omschrijft het als “een existentiële rol in het in stand houden van de levensvatbaarheid van het land”. Hij beschuldigde Broadcom ervan zijn verplichtingen niet te zijn nagekomen toen zijn organisatie tevergeefs probeerde een ondersteuningscontract voor de migratie van het platform te verlengen. De migratie zelf was een reactie op een wijziging in de licentievoorwaarden van de virtualisatiegigant en een sterke prijsstijging.

Als gebruiker van VMware-technologieën (vSphere, NSX, vSAN, vCenter Server, Aria Automation/Operations en Site Recovery Manager) voor zo’n vijftien jaar, was RWS niet blij met de beleidswijziging van VMware, waardoor het bedrijf overstapte op de abonnementsmodus.

Een kostenstijging van 85%

Begin maart liet RWS de leverancier weten dat het niet afhankelijk wilde zijn van een derde partij die hem dwong over te stappen op een nieuw licentiemodel en dat het van plan was VMware-producten “geleidelijk uit te faseren” over een periode van twee of drie jaar. Hij vertelde de uitgever ook dat hij van plan was om op dezelfde jaarlijkse basis ondersteuning van het bedrijf te ontvangen (via een SOYR-contract). Broadcom weigerde dit en presenteerde de SOYR als een eenmalige verlenging. De situatie raakte in een impasse. RWS stapte vervolgens naar de voorzieningenrechter in Den Haag, ondanks pogingen van het Amerikaanse bedrijf om de zaak naar Ierland te verplaatsen.

Ondertussen was uit een analyse in opdracht van het agentschap gebleken dat de kosten voor het gebruik van VMware-producten onder de voorgestelde abonnementslicenties zouden stijgen van EUR 2.144.466 naar EUR 3.966.220 per jaar, een stijging van 85%!

Een baanbrekende uitspraak

In haar vonnis stelt de Rechtbank Den Haag dat Broadcom verplicht is om na 22 juli 2025 de nodige ondersteuning te bieden aan RWS voor een periode van maximaal twee jaar, om het agentschap in staat te stellen het gebruik van VMware-software af te bouwen. Het agentschap betaalt dan (via de reseller) 1.765.191 euro per jaar. Ze moeten RWS ook een boete betalen van 250.000 euro per dag vertraging bij het voldoen aan deze beslissing, met een maximum van 25 miljoen euro.

Deze beslissing kan bredere gevolgen hebben, aangezien veel andere bedrijven zich in een vergelijkbare situatie als RWS bevinden en liever van VMware naar een alternatief migreren in het licht van een enorme stijging in licentiekosten, maar het vooruitzicht hebben dat ze toch moeten betalen terwijl ze hun reddingsplan implementeren.