België defensie wil voor een miljard euro militaire datacenters bouwen

Europa bevindt zich op een strategisch keerpunt. De komende jaren zullen bepalend zijn: het moet kiezen tussen digitale soevereiniteit of onderwerping aan buitenlandse mogendheden. België investeert in zijn autonomie.

Het plan, dat onlangs is aangekondigd en is opgenomen in de militaire programmeringswet 2026-2029, voorziet in de inzet van deze centra op verschillende beveiligde locaties in het hele land om een ononderbroken continuïteit van de dienstverlening te garanderen. Deze infrastructuur zal een cruciale rol spelen bij militaire operaties, door gegevens van drones, satellieten en gevechtseenheden in realtime te verwerken. Ze zal ook worden gebruikt om informatie van andere openbare diensten veilig op te slaan en te verwerken.

Hoewel het project van minister van Defensie Theo Francken (N-VA) verraste door het hoge bedrag dat ervoor is uitgetrokken, is het absoluut noodzakelijk. Terwijl Europa zich als strateeg profileert en zijn inspanningen opvoert om de technologische giganten aan banden te leggen, blijven zijn gegevens nog te vaak in de handen van de GAFAM. Achter elk opgeslagen bestand, elk getraind algoritme schuilt een structurele afhankelijkheid die we ons niet langer kunnen veroorloven.

Bedrijven tegen staten?

Soevereine cloud, lokale infrastructuur, verantwoordelijke AI, open source, gegevensbescherming… deze woorden mogen niet langer loze taal zijn. Ze moeten worden omgezet in daden. We kunnen niet langer wachten tot een geopolitieke crisis of een schandaal rond gegevensinbreuken ons wakker schudt. Europa moet zich nu de volgende vraag stellen: willen we onze technologische toekomst in eigen handen houden? Of geven we onze autonomie liever gigabyte na gigabyte uit aan buitenlandse spelers?

Er bestaat een evenwicht tussen nationale veiligheid en de privacy van individuen, en veelbesproken zaken hebben regeringen vaak gedwongen om strikte jurisdictiegrenzen voor gegevens vast te stellen. Zoals we ons herinneren, werd in mei jongstleden het Microsoft-account van de aanklager van het Internationaal Strafhof (ICC) opgeschort. De blokkering van zijn Outlook-mailbox betekende een keerpunt in de crisis tussen het ICC en de Verenigde Staten.  Als reactie op de arrestatiebevelen tegen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en andere functionarissen heeft de regering-Trump zware sancties opgelegd aan de secretaris-generaal van het ICC. Microsoft heeft zijn professionele e-mailaccount verwijderd, waardoor hij gedwongen werd over te stappen op een beveiligde Zwitserse e-maildienst…

Denken voorbij de grenzen

Door de wereldwijde spanningen tussen de grootmachten zijn technologie en data het toneel geworden van diplomatieke en commerciële conflicten. De oorlog tussen Rusland en Oekraïne heeft de jurisdictieproblematiek rond data op de voorgrond geplaatst. Oekraïne heeft dan ook snel kritieke data zoals zijn bevolkingsregister, eigendomsgegevens, belastingaangiften en onderwijsdossiers naar de cloud gemigreerd.  Aan de andere kant hebben in de VS gevestigde clouddienstverleners kort na de invasie hun verkoop in Rusland opgeschort.

Tegenwoordig reikt soevereiniteit verder dan geografie en omvat ook het functioneren en het bestuur. Laten we niet vergeten dat de Amsterdam Trade Bank in 2022 door de Amerikaanse regering werd gesanctioneerd vanwege haar Russische betrokkenheid.  De gegevens waren weliswaar in Europa opgeslagen, maar de clouddienstverlener die de operationele controle had, was gevestigd in de VS en kon nog steeds de toegang tot de e-mailaccounts van het bedrijf en de bijbehorende gegevens intrekken. Cloudproviders zijn samenwerkingsverbanden aangegaan met lokale operators om dit soort risico’s te ondervangen, aangezien sommige overheden en andere instanties eisen dat het niet voldoende is dat de gegevens zich in een bepaald geografisch gebied bevinden, maar dat ook de exploitant van de cloudinfrastructuur lokaal gevestigd moet zijn.

Soevereiniteit, ja… maar tot waar?

Op dit moment zijn de details van het plan van minister Franken nog niet bekend. Maar één ding is zeker: het is een goed moment. Het is tijd om een duidelijke keuze te maken: technologieën ontwikkelen die eigendom zijn van degenen die ze gebruiken. Niet van een buitenlandse macht. Niet van een black box. En vooral niet van een handjevol spelers die te machtig zijn om in twijfel te worden getrokken.

Het gaat er niet om de digitale wereld op zichzelf terug te plooien. Het gaat erom haar vrijheid terug te geven. Want technologische autonomie is geen luxe: het is een levensverzekering voor bedrijven, instellingen en burgers.

Het is tijd om massaal te investeren in onze infrastructuur. Digitale soevereiniteit verklaar je niet. Die bouw je op. Regel voor regel, datacenter voor datacenter. Zijn we daartoe in staat? Hoe ver willen we gaan om onze onafhankelijkheid te waarborgen?